Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet
- de bezwaren tegen de verkiezing;
- de bezwaren op grond van de schending van de regelgeving inzake de verkiezingsuitgaven door kandidaten en lijsttrekkers.
Bij ontstentenis van bezwaren gaat de Raad alleen de juistheid na van de zetelverdeling tussen de lijsten en van de rangorde waarin de raadsleden en opvolgers gekozen zijn verklaard. Hij wijzigt, in voorkomend geval, als administratief rechtscollege ambtshalve de zetelverdeling en de rangorde.
Gemeentedecreet
De organisatie van de gemeenteraad
Artikel 10 Gemeentedecreet : een gemeenteraadslid voldoet tijdens zijn mandaat niet meer aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden - vervallenverklaring
Artikel 13 Gemeentedecreet, onverminderd de bepalingen van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011 :
- geschillen in verband met de afstand, het verval, het ontslag of de verhindering van het mandaat van gemeenteraadslid, voorzitter van de gemeenteraad of schepen ;
- geschillen in verband met het goedkeuren van de geloofsbrieven, de eedaflegging, de kennis van de bestuurstaal bepaald in artikel 44, § 6 Gemeentedecreet, de verkiezing, benoeming, vervanging en opvolging van de schepenen en de voorzitter van de gemeenteraad ;
- geschillen met betrekking tot de voorwaarden waaraan een vertrouwenspersoon als vermeld in artikelen 18 en 70bis Gemeentedecreet, moet voldoen, alsmede of het gemeenteraadslid voldoet aan de voorwaarden om een beroep te kunnen doen op een vertrouwenspersoon.
De inrichting van het college van burgemeester en schepenen
Artikel 44, §6 Gemeentedecreet, onverminderd artikel 72bis van de Nieuwe Gemeentewet : ieder die het mandaat van burgemeester, schepen of voorzitter van de raad uitoefent of waarneemt, moet beschikken over de kennis van de bestuurstaal die vereist is voor de uitoefening van het mandaat - dat vermoeden kan worden weerlegd op verzoek van een gemeenteraadslid op basis van ernstige aanwijzingen, de bekentenis van de mandataris of de wijze waarop de betrokkene het mandaat uitoefent.
De benoeming van de burgemeester
Artikel 60, §2 Gemeentedecreet : eedaflegging - de burgemeester die de eed na twee oproepingen niet aflegt, wordt geacht het burgemeestersmandaat niet te aanvaarden.
De gemeentelijke volksraadpleging
Artikel 218bis : geschillen betreffende de stemopneming vermeld in artikel 212 Gemeentedecreet.
OCMW-decreet
De organisatie van de raad voor maatschappelijk welzijn
Artikel 15 OCMW-decreet, met behoud van de toepassing van artikel 18bis van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn : het dossier van de verkiezing van de leden van de raden voor maatschappelijk welzijn en hun opvolgers wordt onverwijld bezorgd aan de Raad voor Verkiezingsbetwistingen. De Raad is bevoegd om bezwaren te behandelen die tegen de verkiezing van de leden van de raden voor maatschappelijk welzijn worden ingebracht.
Artikel 19 OCMW-decreet : een lid van de raad voor maatschappelijk welzijn voldoet tijdens zijn mandaat niet meer aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden of bevindt zich in een toestand van onverenigbaarheid - vervallenverklaring
Artikel 22 OCMW-decreet, met behoud van de toepassing van artikelen 21 en 21bis van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn :
- geschillen in verband met de afstand, het verval, het ontslag of de verhindering van het mandaat van lid van de raad voor maatschappelijk welzijn, voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn of ondervoorzitter, lid van het vast bureau of van een bijzonder comité ;
- geschillen in verband met het goedkeuren van de geloofsbrieven, de eedaflegging, de kennis van de bestuurstaal, vermeld in artikel 57 OCMW-decreet, de verkiezing, benoeming, vervanging en opvolging van de leden van het vast bureau en een bijzonder comité en de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn of ondervoorzitter ;
- geschillen met betrekking tot de voorwaarden waaraan een vertrouwenspersoon als vermeld in artikelen 28 en 69 OCMW-decreet moet voldoen, alsmede of het lid van de raad voor maatschappelijk welzijn, de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, de ondervoorzitter of het lid van het vast bureau of een bijzonder comité voldoet aan de voorwaarden om beroep te kunnen doen op een vertrouwenspersoon.
De verkiezing van de voorzitter en de ondervoorzitter
Artikel 57 OCMW-decreet, met behoud van de toepassing van artikel 25ter van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn : iedereen die het mandaat van voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn uitoefent of waarneemt, moet beschikken over de kennis van de bestuurstaal die vereist is voor de uitoefening van het mandaat - dat vermoeden kan worden weerlegd op verzoek van een gemeenteraadslid of een lid van de raad voor maatschappelijk welzijn op basis van ernstige aanwijzingen, de bekentenis van de mandataris of de wijze waarop de betrokkene het mandaat uitoefent.
Provinciedecreet
De organisatie van de provincieraad
Artikel 10 Provinciedecreet : een provincieraadslid voldoet tijdens zijn mandaat niet meer aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden - vervallenverklaring
Artikel 13 Provinciedecreet, onverminderd de bepalingen van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011 :
- geschillen in verband met de afstand, het verval, het ontslag of de verhindering van het mandaat van provincieraadslid, voorzitter van de provincieraad of gedeputeerde ;
- geschillen in verband met het goedkeuren van de geloofsbrieven, de eedaflegging, de kennis van de bestuurstaal bepaald in artikel 44, § 4 Provinciedecreet, de verkiezing, benoeming, vervanging en opvolging van de gedeputeerden en de voorzitter van de provincieraad ;
- geschillen met betrekking tot de voorwaarden waaraan een vertrouwenspersoon als vermeld in artikelen 18 en 68bis Provinciedecreet moet voldoen, alsmede of het provincieraadslid voldoet aan de voorwaarden om een beroep te kunnen doen op een vertrouwenspersoon.
De inrichting van de deputatie
Artikel 44, §4 Provinciedecreet : ieder die het mandaat van gedeputeerde of voorzitter van de raad uitoefent of waarneemt, moet beschikken over de kennis van de bestuurstaal die vereist is voor de uitoefening van het mandaat. Dat vermoeden kan worden weerlegd op verzoek van een provincieraadslid op basis van ernstige aanwijzingen, de bekentenis van de mandataris of de wijze waarop de betrokkene het mandaat uitoefent.
Artikel 211bis Provinciedecreet : de geschillen betreffende de stemopneming vermeld in artikel 205 Provinciedecreet.